Een vrolijke noot mag ook wel eens. Daarom dit speelse onderzoek over links-of rechtspotige katten. Of de kattenpopulatie groot genoeg was om een gefundeerd oordeel te vormen kun je je afvragen. Maar leuk is het wel.
Bron: de volkskrant, auteur Margreet Vermeulen.
Is uw kat duidelijk links- of rechtspotig? Gefeliciteerd. U heeft waarschijnlijk een vriendelijk, speels, aanhankelijk huisdier. Ziet u geen duidelijke pootvoorkeur? Helaas: de kans is groot dat het beestje neurotische trekjes heeft en angstiger, agressiever en minder gehoorzaam is dan de buurkat die altijd alles rechts of juist links doet.
We zijn er ons niet van bewust, maar net als mensen hebben dieren vaak een duidelijke voorkeur voor links of rechts - of het nu om marmotten en buideldieren gaat of honden of chimpansees. Bij een voorkeur voor links is de rechterhersenhelft actiever en bij een voorkeur voor rechts is de linker hersenhelft dominant. Omdat de twee hersenhelften niet precies dezelfde functie hebben zou handvoorkeur iets kunnen zeggen over de persoonlijkheid van mensen en dieren.
Bij de 90 Ierse poezen in deze studie is dat niet het geval. De dieren die een duidelijke pootvoorkeur hadden - of het nu links of rechts was - scoorden tijdens een test hoog op fijne eigenschappen als oogcontact maken, aanhankelijkheid en vriendelijkheid. Rechtspotigen waren iets speelser, maar echt grote verschillen doen zich volgens de studie voor met poezen die géén pootvoorkeur hebben. Dat zijn beduidend minder makkelijke huisgenootjes.
Om de pootvoorkeur vast te stellen moesten de katten 50 pogingen doen om lekkernijen uit een soort voedseltoren te peuteren. Hun karakter werd beoordeeld door te kijken hoe ze reageren op het roepen van hun naam (door een onbekende), aanrakingen en harde, onverwachte geluiden. Ter controle moesten de baasjes een vragenlijst invullen over hun huisdier.
Naar het effect van lateraliteit (een sterke voorkeur voor links of rechts) worden veel studies gedaan, zegt cognitief psycholoog Mariska Kret, (Universiteit Leiden) niet betrokken bij dit onderzoek. 'De gevonden effecten zijn vaak klein en schieten alle kanten op. Er blijft veel onduidelijkheid. Maar dit is een mooie studie, degelijk uitgevoerd.'
Dat lateraliteit bij dieren wordt onderzocht - in de hoop iets te kunnen zeggen over mensen - vindt Kret belangrijk. 'Dieren hebben minder complexere persoonlijkheden, dus is het makkelijker een verband te vinden tussen lateraliteit en karakter. Maar ik betwijfel of katten de meest geschikte dieren zijn voor dit soort onderzoek. Ze zijn doorgefokt op eigenschappen die wij prettig vinden waardoor ze onderling weinig verschillen.'
Van mensen wordt vaak gedacht dat de linkshandigen en de mensen met een ambigue handvoorkeur vaker angstig zijn en zich minder goed kunnen aanpassen aan hun omgeving. De Ierse kattenonderzoekers zien hun bevindingen als een bevestiging daarvan. Volgens Kret is dat veel te kort door de bocht. 'Om daar met zekerheid iets over te zeggen bij mensen moet je eerst weten wat de oorzaak van linkshandigheid/ambiguïteit is. Dat kàn het gevolg zijn van zuurstoftekort bij de geboorte of een hersenafwijking die gecompenseerd moet worden, maar dat hoeft niet. Dat maakt het lastig iets te zeggen over álle linkshandigen en mensen zonder duidelijke handvoorkeur.'
Happy cats